Al verschillende keren schreef ik over het missen van de goede vragen van vrienden en familie tijdens de rauwe rouw periode. Het is ook heel moeilijk om het ‘goede’ gesprek en de juiste toon te vinden.
De vraag: Hoe gaat het met je? Of het aanbod: Als er iets is, kun je altijd bellen, zijn lastige.
Wil je echt weten hoe het gaat of is het een beleefdheidsfrase?
Mijn moeder vond het heel moeilijk om met mij over mijn verdriet te praten. Zij gaf steeds aan….ik kende Paul niet zo goed…..laten we het maar over iets anders hebben. Dat zijn ook niet de fijnste opmerkingen.
Ik had in de rauwe rouw fase een ongelofelijke informatiehonger naar wat en hoe met rouw.
De rouwfases en rouwtaken van Elisabeth Kübler-Ross heb ik gelijk naar de prullenbak verwezen, Google ze zelf maar op.
Het boek: Het is OK om je niet OK te voelen en de bijbehorende website refugeingrief hebben me geholpen om anderen te helpen.
Ook de video’s van Manu Keirse en zijn boeken (vooral Helpen bij verlies en verdriet) vond ik in een later stadium (niet in de eerste 6 maanden) troostend en verhelderend.
Ik kreeg van een vriendin: Je mag me altijd bellen 1001 dagen van rouw.
Bij het getal 1001 dagen schrok ik…..zo lang? Nu ik wat verder ben denk ik….het klopt wel.
Rouw is nooit over en weg….het kabbelt en soms golft het.
Als je een ander wilt helpen
Ik heb in een eerdere blogpost al een aantal punten beschreven wat je misschien wel of beter niet kunt doen.
Nu ruim 2,5 jaar na het overlijden van Paul, staan die punten nog steeds.
1. Als ik jou was…
Vertel me liever niet wat ik moet doen en laten, jij bent mij niet.
(gezond eten, wandelen, niet te veel drinken, op tijd naar bed, extra vitamines, blablabla….)
2. Verkoop geen (gelovige) onzin
Niemand weet wat de toekomst brengt (morgen is het beter) en niemand weet waar doden naartoe gaan (hij is nu op een mooiere plaats).
Ik ben er nog wel en ik heb soms alleen maar een bevestiging nodig dat het leven gewoon kut is.
3. Je hoeft mijn verdriet niet over te nemen, maar laat me wel verdrietig zijn.
Ik weet dat het vreselijk is om iemand te zien huilen en verdrietig te zien zijn. Maar probeer dan geen afleidingsmanoeuvres in te zetten. Effe meehuilen of er gewoon zijn en je mond houden is een beter idee.
4. Ik heb een tante gehad….De leedladder
Deze zin gebruikte ik ook vaak als ik schreef of vertelde over Paul zijn ziekte. Iedereen heeft rouw en verdriet meegemaakt, maar als ik over mijn verdriet vertel laten we er dan geen wedstrijdje, mijn verhaal is erger dan dat van jou, van maken.
5. Neem jij het initiatief alsjeblieft en wordt niet boos als ik niet snel genoeg of enthousiast reageer.
Je moet me bellen als je iets nodig hebt is echt een heel lastige. Ik wil wel eens bellen, maar hulp vragen is echt het moeilijkste dat er is.
6. Zwijg niet dood en zeg niet; dat heb je al verteld.
Ik val in herhalingen en vertel vaak hetzelfde verhaal. Over Paul mogen praten en hem betrekken in mijn dagelijkse doen en laten, is onderdeel van mijn rouwen. Juist herinneringen ophalen en weet-je-nogjes zijn mooi en goed.
7. We gaan het even over iets anders hebben.
Dat kun je in deze fase beter niet zeggen, dat bepaal ik liever zelf. Als jij je er ongemakkelijk bij voelt…moet je dat gewoon zeggen, dan hebben we het er over.
8. Beter ongelukkig uit de hoek komen dan wegblijven.
Deze gaat over die mensen waarvan ik in de veronderstelling verkeerde dat zij mij of Paul na stonden en waar ik niets meer van hoor. Als je het eng vindt, zeg dat dan.
Ik leg mijn hele hebben en houwen niet bij je neer, ik vraag niets van je…maar ik ben ook wel benieuwd hoe het met jou/jullie gaat.